In 2022 gekozen voor gespreide taxatie: in 2024 nog investeren of pas in 2025-2026?

Eén van de voorwaarden is dat u de volledige verkoopprijs moet herbeleggen, d.w.z. herinvesteren in een afschrijfbaar materieel of immaterieel vast actief. De meerwaarde wordt dan gespreid over de afschrijvingsduur van de herbelegging belast. De gewone herbeleggingstermijn bedraagt drie jaar en start op de eerste dag van het boekjaar waarin de vrijwillige meerwaarde werd verwezenlijkt. Voor meerwaarden van het boekjaar 2022 eindigt de termijn dus op 31 december 2024. Is uw vennootschap niet op tijd, dan wordt het nog niet belaste deel van de meerwaarde in één keer belastbaar voor het jaar waarin de herbeleggingstermijn verstrijkt (boekjaar 2024).

Heeft u medio 2024 nog niet voldoende herbelegd, dan heeft u twee mogelijkheden. Meest voor de hand liggend is dat u voor 31 december 2024 nog voldoende investeert. Ook roerende goederen komen in aanmerking als herbeleggingsactiva. Uw vennootschap moet dan wel op 31 december 2024 eigenaar zijn van de activa, of de activa moeten geleverd zijn. Een factuur en/of betaling volstaan dus niet. De herbeleggingsactiva moeten wel niet nieuw zijn of aan andere voorwaarden voor de investeringsaftrek voldoen. Tweedehands activa of auto’s tellen dus ook mee.

De andere optie is dat u kiest voor een verlenging van de herbeleggingstermijn met twee jaar (herbeleggingstermijn in totaal dus 5 jaar), dus uiterlijk te herbeleggen in 2026. Binnen die termijn komt dan wel enkel de investering in o.m. een gebouw in aanmerking als herbelegging. Het grondgedeelte in de aankoopprijs van een pand telt echter niet mee als herbelegging, omdat het niet afschrijfbaar is. Verbouwingswerken aan een bestaand pand en zonnepanelen zijn in principe wel een herbelegging in een gebouw als ze ‘geïncorporeerd’ worden in het gebouw, d.w.z. er één geheel mee vormen. U overlegt best met uw dossierbeheerder hoe u best te werk gaat.